BURGUM - De gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel hebben bij de decentralisaties in het Sociaal Domein actief de transformatieopgave opgepakt. Dat is één van de conclusies die de rekenkamercommissies (RKC’s) van beide gemeenten hebben getrokken naar aanleiding van een onderzoek naar de Wmo2015. De gemeenten hebben doordachte keuzes gemaakt over hun rol in de uitvoering van het Wmo-beleid: niet zelf sturen, maar de regie neerleggen bij de dorpenteams en de aanbieders.
Grootschalig onderzoek Wmo 2015 Fryslân
Het onderzoek naar de Wmo2015 is een unieke samenwerking tussen de rekenkamer-(commissie)s van zestien Friese gemeenten: Achtkarspelen, Ameland, De Fryske Marren, Harlingen, Heerenveen, Leeuwarden, Littenseradiel, Ooststellingwerf, Opsterland, Schiermonnikoog, Smallingerland, Súdwest-Fryslân, Terschelling, Tytsjerksteradiel, Vlieland en Weststellingwerf. Lysias Advies voerde het onderzoek uit. In elke gemeente keek het adviesbureau naar de beleidskeuzes, hoe de gemeenten de Wmo2015 uitvoeren, de aandacht voor cliëntervaringen en de afspraken met aanbieders van hulp en ondersteuning. Voor elke gemeente stelde Lysias Advies een eigen rapport op. Daarnaast is er een overkoepelend rapport met vergelijkingen tussen de gemeenten en good practices.
Realisatie beleidsdoelen Sociaal Domein
Uit het onderzoek is verder gebleken dat Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel de realisatie van de beleidsdoelen in het Sociaal Domein inzichtelijk maken en daar ook naar handelen. De gemeenten hebben onder andere een nulmeting over participatie uitgevoerd en een set van sturingsindicatoren met streefwaarden ontwikkeld. Daarmee lopen de beide gemeenten voorop in vergelijking met de andere onderzochte Friese gemeenten.
Aanbevelingen
De RKC’s hebben op basis van het onderzoek een aantal aanbevelingen gedaan. Zo worden de raden geadviseerd om het college de opdracht te geven om het ontwikkelde beleidsinstrument te gebruiken voor een vervolgmeting, rekening houdend met de leerpunten uit de nulmeting. De gemeenten hebben in de afgelopen jaren – los van het verplichte cliëntervaringsonderzoek – geen evaluatie/onderzoek laten uitvoeren naar ervaringen van inwoners en cliënten, maar wel is er een meetinstrument ontwikkeld vanuit de nulmeting. Dit instrument kan volgens de RKC’s zeer nuttig zijn bij de uitvoering van een vervolgmeting.
Verder doen de RKC’s een aanbeveling om de onafhankelijke cliëntondersteuning buiten de dorpenteams te organiseren en cliënten en inwoners hierover actief te informeren. De RKC’s zijn van mening dat de cliëntondersteuning niet onafhankelijk is. De medewerkers van de dorpenteams worden beschouwd als de onafhankelijke cliëntondersteuners en gezien de bedoeling van de wetgever is dit niet geheel zuiver. Weliswaar geeft de gemeente de professionals ruimte, maar hun positie is formeel (nog) niet onafhankelijk; medewerkers zijn immers direct of indirect nog in dienst van de gemeente.
De onderzoeksbevindingen over beide gemeenten zijn vrijwel identiek. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen die de RKC’s presenteren, gelden dan ook voor beide gemeenten.
Uit het onderzoek is verder gebleken dat Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel de realisatie van de beleidsdoelen in het Sociaal Domein inzichtelijk maken en daar ook naar handelen. De gemeenten hebben onder andere een nulmeting over participatie uitgevoerd en een set van sturingsindicatoren met streefwaarden ontwikkeld. Daarmee lopen de beide gemeenten voorop in vergelijking met de andere onderzochte Friese gemeenten.
Aanbevelingen
De RKC’s hebben op basis van het onderzoek een aantal aanbevelingen gedaan. Zo worden de raden geadviseerd om het college de opdracht te geven om het ontwikkelde beleidsinstrument te gebruiken voor een vervolgmeting, rekening houdend met de leerpunten uit de nulmeting. De gemeenten hebben in de afgelopen jaren – los van het verplichte cliëntervaringsonderzoek – geen evaluatie/onderzoek laten uitvoeren naar ervaringen van inwoners en cliënten, maar wel is er een meetinstrument ontwikkeld vanuit de nulmeting. Dit instrument kan volgens de RKC’s zeer nuttig zijn bij de uitvoering van een vervolgmeting.
Verder doen de RKC’s een aanbeveling om de onafhankelijke cliëntondersteuning buiten de dorpenteams te organiseren en cliënten en inwoners hierover actief te informeren. De RKC’s zijn van mening dat de cliëntondersteuning niet onafhankelijk is. De medewerkers van de dorpenteams worden beschouwd als de onafhankelijke cliëntondersteuners en gezien de bedoeling van de wetgever is dit niet geheel zuiver. Weliswaar geeft de gemeente de professionals ruimte, maar hun positie is formeel (nog) niet onafhankelijk; medewerkers zijn immers direct of indirect nog in dienst van de gemeente.
De onderzoeksbevindingen over beide gemeenten zijn vrijwel identiek. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen die de RKC’s presenteren, gelden dan ook voor beide gemeenten.
Notice: Undefined property: stdClass::$readmore in /home/kanaal30/domains/archiefkanaal30.nl/public_html/templates/ja_teline_v/html/layouts/joomla/content/item/default.php on line 121