22
vr, nov
0 Nieuwe art.
Advertentie:
×

Fout

[SIGPLUS_EXCEPTION_FOLDER_BASE] Afbeeldingsmap %s gedefinieerd in de administration back-end moet een relatief pad hebben vanaf de Joomla root.

Nieuws
SUMAR / Meer dan acht jaar(!) was Sietse Bouius onderweg over zo'n beetje alle wereldzeeën, maar dinsdagmiddag tegen vijven legde hij zijn zeiljacht aan bij de scheepswerf in Sumar.
Acht jaar en naar eigen schatting meer dan 40.000 zeemijlen, een zeemijl is 1852m., dus rekent u maar uit. In feite een reis rond de wereld, maar dan niet in 80 dagen zoals Jules Verne die beschreef, maar single handed in een 12 meter lang zeiljacht. Zijn terugkeer in thuishaven Sumar ging niet ongemerkt voorbij, integendeel! Op het terrein van waterstaat stond een select gezelschap al een tijdje te wachten, maar een zeiljacht is nu eenmaal geen trein en zelfs die komen niet altijd op tijd. Ik ben ingeseind om tegen een uur of vijf aanwezig te zijn. Dan is het zeilschip van Sietse Bouius nog in geen velden of wegen te zien, maar dat verandert als zich aan de horizon een lange mast aftekent in het Margrietkanaal richting Suwâld. "Hy komt der oan, wy kinne him al sjen", klinkt het enthousiast in de groep aanwezigen.

Home is where you hang your hat
Nou die 'hat', een grote maat zonnehoed, zal in het geval van Sietse Bouius op heel verschillende plaatsen op de wereld hebben gehangen, maar hij was toch wel blij dat hij hem eindelijk weer een in Friesland, in Sumar om precies te zijn, op kon hangen. Hij vertrok bijna negen jaar geleden met zijn 12 meter lange stalen jacht, een beetje een kruising van een yawl en een motorkruiser, voor reis om de wereld die meer dan acht jaar zou duren. En dinsdag kwam hij aan bij de scheepswerf van Damen in Sumar, opgewacht door een groep familieleden die zelfs voor spandoeken hadden gezorgd. Dat ging zo.

'sy komme der oan'
Inderdaad, sy, Sietse Bouius dus, wordt het laatste stuk geëscorteerd door een wat kleiner jacht. Maar het duurt even voor ze in zicht zijn. Een nichtje van Sietse heeft mij gebeld of ik aanwezig wilde zijn en dus sta ik tegen vijven op deze warme dinsdagmiddag op het terrein dat vroeger van waterstaat was, bij de ingang van wat wij 'it hellinggat' noemen. Bekend terrein voor mij, wij hebben er gewoond in onze woonark, begin zestiger jaren was dat. We staan daar met een kleine, maar uiterst selecte groep die met verrekijkers probeert zo snel mogelijk een glimp op te vangen van de wereldreiziger, maar vooral in dit stadium van zijn schip. Het is een zeilschip en dus moet die mast behoorlijk zichtbaar zijn. En dan, eindelijk, zo voelt het als je staat te wachten, zien we op de Wide Ie, wat wij meestal 'it Djippe Gat' plegen te noemen, ontwaren we een piepklein scheepje met een enorme mast. Dat moeten hem zijn, sterker nog, dat is hem ook.

En dan is wachten tot de brug opengaat, want ja, die brug van Burgum, hoe was het ook weer... Het zal toch niet... Maar onze zorg is overbodig, de brug gaat keurig op tijd open. Inmiddels heeft een aantal nieuwsgierigen post gevat bij de reling van de brug, ze hebben in de gaten dat er iets bijzonders aan de hand is. Langzaam, bijna statig en bijna majestueus glijdt het schip in onze richting, inmiddels verwelkomd door het geluid van scheepstoeters en welkomstkreten. En dan ontwaren we, helemaal achterin met zijn handen aan het immense stuurwiel, de schipper zelf, Sietse Bouius. Ik ken hem van de tijd dat hij dit schip afbouwde naast een loods op het industrieterrein van Sumar. Ik had al diverse keren bewonderend naar de lijnen van deze yawl staan kijken als wij een rondje met de hond deden. Prachtig schip, met een vloeiende zeeg en een practische, maar niet te grote gesloten stuurhut, erop gebouwd om buiten gestuurd te worden. Ik was altijd een liefhebber van de stripboeken van Kapitein Rob, die met zijn jacht de Vrijheid en zijn hond Skip, een samojeed, wat wij een keeshond noemen, net als Sietse Bouius de legendarisch 'zeven zeeën' bevoer en ondertussen allerlei spannende en soms wonderlijke avonturen beleefde. Prachtig getekend door Pieter Kuhn en geschreven door Evert Werkman. Ik zie de plaatjes nog zó voor me en helemaal als ik Sietse Bouius langzaam en behoedzaam zie afmeren in het hellinggat.

Hij ziet er prima uit, behoorlijk verbrand door de zon, maar verder heel relaxed en toch wel heel blij. Is hij nou het toonbeeld van de roemruchte 'Einzelgänger' die je zou veronderstellen? Nou, aan de ene kant wel, anders doe je zoiets niet, maar anderzijds is zijn communicatieve vermogen zo te horen op geen enkele manier aangetast door dat lange soloverblijf op zee. De eerste vraag is niet verrassend: "Bliid datst wer thús bist?" Sietse: "Ja fansels, it is goed, it fielt goed om myn femylje en kunde wer om my hinne te hawwen. Mar eins ha ik net in momint iensum west, alteast ik ha my net iensum field. Do hast it drok oan board, der moat fan alles gebeure, ek de gewoane dingen, it is fansels net oars as in reguliere húshâlding, Ik moat iten siere, waskje, it skip ûnderhâlde. Kinst wol sjen dat it skip ta is oan in greate beurt, moatst mar ris sjen hoefolle rust der op sit, komt van dat sâlte wetter en ûnderweis hast dêr gjin tiid en ek gjin gelegenheid foar. Hoe't it wie fregesto? No, dit wie in ûnderfining sa't se dan sizze fan 'once in a lifetime'." Ik ben nieuwsgierig welke route hij heeft gevaren, de aarde rond kun je op meerdere manieren doen uiteraard. Sietse: "Ik bin earst de Atlantische Oceaan oerstutsen, nei Suriname, dêr woe ik perfoarst hinne. En dêrnei bin ik troch it Panamakanaal fearn, nou dat wie in barren op him sels, yndrukwekkend, mar hartstikke djoer. No en doe rjochting Polynesië en Australië. Dêr woe ik ek hinne hie'k fan tefoaren besletten. En doe oer de Indische Oceaan en om Kaap de Goede Hoop hin wer nei it noarden, Europa en dan komst fansels Nederlân tsjin. No, en hjir bin ik wer.' Ik wil weten of hij een boek gaat schrijven, hij moet stof voor een hele trilogie hebben verzameld stel ik me zo voor. Maar daar moet Sietse Bouius nog wel even goed over nadenken: 'dat sjoch ik der fuortdaliks noch net fan kommen, ik moat alles earst mar ris besakje litte. Myn holle sit noch hielendal fol mei yndrukken, ik moat it mar ris op in rychje sette." Dan komt iemand uit het ontvangstcomité met de prijswinnende kreet: "Sille wy no earst mar ien dopje?"


Binne Kramer

{gallery}Hilda/2020/solozeilen{/gallery}
Klik hier voor een video

Notice: Undefined property: stdClass::$readmore in /home/kanaal30/domains/archiefkanaal30.nl/public_html/templates/ja_teline_v/html/layouts/joomla/content/item/default.php on line 121
Advertenties




Advertentie